Na Prinsjesdag 15 september 2020 zijn de volgende wijzigingen voorgesteld. Omdat ze nog door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden behandeld, zijn ze voorlopig.
De belangrijkste wijziging voor 2021 is de volgende:
Vermogensgrens IB stijgt | 2021 | was in 2020 |
voor 1 persoon | € 50.000 | € 30.846 |
voor fiscale partners | € 100.000 | € 61.692 |
Het heffingspercentage | 31% | 30% |
De Belastingdienst geeft aan, dat dit voor vermogens lager dan € 136.000 een belastingverlaging betekent. Vermogens boven dat bedrag zullen in 2021 zwaarder worden belast.
Vermogens Box 3 2021 was in 2020
1e schijf 0 50.000 sp. 67% 0,03 % 0,07 %
(50.000 100.000) bel. 33 % 5,69 % 5,28 %
2e schijf 50.000 950.000 sp. 21 % 0,03 % 0,07 %
(100.000 1.000.000) bel. 79 % 5,69 % 5,28 %
3e schijf 950.000 >>> bel. 100 % 5,69 % 5,28 %
(1.000.000)
De peildatum blijft de eerste dag van het kalenderjaar. Deze wijziging heeft invloed op:
- schenkingen en giften vóór 31-12-2020
- aanslag box 3
De wijziging heeft géén invloed op: – Toeslagen, vooral Huurtoeslag
-eigen bijdrage Wlz (zorgcentra)
– bij vrijstelling groene beleggingen toch aangifte doen!
Nieuwe vermogensgrenzen Huurtoeslag: 2021 was in 2020
voor 1 persoon € 31.340 € 30.846
voor fiscale partners € 62.680 € 61.692
Nieuwe vermogensgrenzen Zorgtoeslag:
Voor 1 persoon € 31.340 € 30.846
€ 87.139 + € 85.767 +
€ 118.479 € 116.613
Voor fiscale partners € 62.680 € 61.692
€ 87.139 + € 85.767 +
€149.819 € 147.459
De AOW-leeftijd is in 2021 66 jaar en 4 maanden.
In 2022 zal die naar verwachting 66 jaar en 7 maanden worden,
in 2023 wordt die 66 jaar en 10 maanden en
in 2024 en 2025 zal die 67 jaar worden.
Belastingen Box 1, percentages voor AOW gerechtigden.
Bel. AOW ANW Wlz totaal
1e schijf 2020 0 34.713 * 9,7 0 0,1 9,65 19,45
2021 0 35.129 * 9,45 0 0,1 9,65 19,2
2e schijf 2020 34.713 68.507 37,35
2021 35.129 68.507 37,1
3e schijf 2020 68.507 >>> 49,5
2021 idem
* Voor jongere AOW-ers, geboren ná 01-01-1946 geldt deze lagere grens.
Voor oudere AOW-ers, geboren vóór 01-01-1946 is de grens in 2020: € 35.376 en in 2021: € 35.941.
Al met al is er sprake van een lichte belastingverlaging voor de lagere inkomens.
AOW-ers hebben te maken met:
Inkomen 2021 Inkomen 2020
Alg. heffingskorting tot 21.043 1469 tot 20.384 1413
tot 68.507 1469 – 3,093 % tot 68.507 1413 – 2,633 %
> 68.507 0 v.h.me. > 68.507 0 v.h.me.
Ouderenkorting tot 37.970 1703 tot 37.372 1622
tot 49.323 1703 – 15 % tot 48.185 1622 – 15%
> 49.323 0 v.h.me. > 48.185 0 v.h.me.
Alleenstaande Ouderenkorting 441 436
(Arbeidskorting (leeftijdstabel) max. 2199 max. 1989)
Huizen en wonen.
Wonen in een sociale huurwoning met huur hoger dan € 619,01 voor 1 of 2 personen of
€ 633,40 voor 3 of meer personen.
Mogelijk recht op huurverlaging. Als mensen het gevoel hebben teveel te betalen, kan de huurcommissie gevraagd worden de juiste huur vast te stellen. Dit is dan juridisch bepaald.
Overdrachtsbelasting: starters 0 – 35 jaar 0%
ouder dan 35 jaar 2 %
niet wonen in het huis 8 % (dus o.a. voor beleggers)
Eigen woning forfait 2021 0,5 % 2020 0,6 %.
Voor woningen met WOZ < € 1.110.000,– < € 1.090.00,–
Is de waarde hoger 2,35 % 2,35 %
Hypotheekrente aftrek 43 % 46 %
(alleen van belang voor inkomens in box 3)
Inningsgrens € 47,– € 46,–
Teruggave grens nog onbekend € 16,–
Schenkingen 2020. Nog niet alle bedragen voor 2021 zijn bekend.
Vrij aan kind € 5.515
Vrij aan kleinkind of anderen € 2.208
Via een aangifte schenkbelasting kan vrijstelling worden gegeven in de volgende gevallen:
Vrij aan kind éénmalig € 26.457
Aan kind éénmalig voor dure studie € 55.114
Aan kind 18 – 40 j. voor koop of aflossing hypotheek huis € 103.643
Voor 2021 is bekend geworden, dat de vrijgestelde bedragen eenmalig worden verhoogd.
Dit ter bevordering van ondersteuning van door corona getroffen ondernemers.
Vrij aan kind € 6.604
Vrij aan kleinkind of anderen € 3.244
De andere vrijgestelde bedragen blijven hetzelfde.
In sommige gevallen mag de schenking in 2 of 3 jaar worden ontvangen,
bijv. bij aflossing hypotheek. Wel dan in alle jaren schenkbelasting aangeven.
Schenkingen aan ANBI’s of SBBI’s zijn volledig vrij van heffingen.
(Sociaal Belang Behartigende Instelling, soort kleinschalige ANBI, moet wel erkend zijn).
Schenk- en erfbelasting
Inkomen partner kleinkind broer/zus
kind andere fam. ouder
tot € 126.722 10 % 18 % 30 %
> € 126.722 20 % 36 % 40 %
Berekening erfdeel ouder en kind
Als van een echtpaar met bijv. twee kinderen één van de twee overlijdt, wordt het vermogen, als er geen testament is, volgens de wet verdeeld.
Een vermogen kan bestaan uit de banksaldi + WOZ-waarde van het door het echtpaar bewoonde huis, of ook beleggingen.
Langstlevende (bijv. 69 jaar) was al voor de helft eigenaar 1/2
Langstlevende en de twee kinderen ieder 1/3 x 1/2 = 1/6
De berekening van de belastbare bedragen gaat met de wettelijk vastgestelde 6 % rekenrente, en een leeftijdsafhankelijke factor.
Bijvoorbeeld: Het vermogen van het echtpaar was € 150.000. Dat 1/6 e deel is groot € 25.000.
De leeftijdsfactor van de langstlevende is 8 (zie de tabel hierna).
25.000 x 0.06 = 1.500. Dan is het berekeningsbedrag 1.500 x 8 = 12.000.
Het belastbare bedrag van de twee kinderen is dan 25.000 – 12.000 = 13.000 ieder.
Het belastbare bedrag van de langstlevende ouder: 25.000 + 2 x 12.000 = 25.000 + 24.000 = 49.000
De vrijstellingen (geldig in 2020, er zijn geen aanwijzingen dat dat in 2021 wijzigt) zijn:
Partner € 661.328
Kind/kleinkind € 20.946
Achterkleinkind en anderen € 2.208
Kind met beperking € 62.830
Ouder(s) € 49.603
In het voorbeeld is de aanslag erfbelasting voor zowel de langstlevende als haar twee kinderen € 0.
Vermenigvuldigingsfactor erfbelasting. Jaren en factoren (9 en 6 ontbreken).
< 20 20-30 30-40 40-50 50-55 55-60 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85 85-90 > 90
16 15 14 13 12 11 10 8 7 5 4 3 2
Opname in zorgcentrum.
De SVB zal vragen of de in de huurwoning achterblijvende en de in een centrum verzorgde beiden de hogere AOW voor alleenstaanden willen ontvangen. Bij lagere inkomens en lage vermogens is dat doorgaans niet verstandig. Dit is een éénmalige keuze. De in een centrum verzorgde houdt dan postadres bij de partner in de voormalige huurwoning.
Beide partners krijgen wel recht op de Alleenstaande Ouderenkorting.
Regel de Huurtoeslag voor de in de huurwoning achterblijvende partner.
De in een centrum verzorgde krijgt dan de lage eigenbijdrage van het CAK in rekening gebracht.
Plotselinge stijging van het inkomen. ( jaarlijkse overwegingen).
Dit kan komen door: – ontvangen alimentatie
– schenking
– erfenis
– verkoop huis
Wat te doen? Vóór 31-12 + Vraag Voorlopige Aanslag aan en betaal uiterlijk 31-12.
Deze wordt altijd verrekend met de definitieve aangifte.
Dit verlaagt het vermogen met peildatum 01-01.
+ Overweeg een middeling met vorige jaren.
+ Overweeg een grote uitgave, gift of schenking.
+ Regel per direct herziening Huurtoeslag en Zorgtoeslag.
+ Denk aan formulier: verzoek Bijzondere Situatie Huurtoeslag.
[parallax-scroll id=”408″]